Wat is DTT?
Applied Behavior Analysis (ABA)
Discrete Trial Teaching is een methode binnen de intensieve gedragstherapie, die is ontwikkeld vanuit de principes van Applied Behavior Analysis (ABA, toegepaste gedragsanalyse). Deze methode gaat ervan uit dat wanneer men gewenst gedrag beloont, dit gedrag versterkt zal worden. Ongewenst gedrag wordt niet beloond, met als doel dit gedrag zoveel mogelijk te verminderen. Belangrijk uitgangspunt is om het kind zoveel mogelijk succeservaringen te laten beleven. Zo houdt het kind plezier in de oefeningen en blijft het gemotiveerd om te leren. Het aanleren van vaardigheden delen we op in kleine stappen.
Uitgangspunten DTT
De volgende uitgangspunten staan bij DTT centraal:
• We sluiten de training zoveel mogelijk aan bij het niveau en de interesses van het kind;
• We stemmen de aan te leren vaardigheden hierop af.
• We leren het kindfunctionele vaardigheden die aansluiten bij het niveau.
2. We bekijken op welke manier we het kind het beste kunnen motiveren. We gebruiken functionele beloners om gewenst gedrag te stimuleren;
• We splitsen een vaardigheid op in kleinere onderdelen;
• We leren het kind telkens een onderdeel totdat dit zelfstandig uitgevoerd kan worden in functionele situaties;
• We bieden een goede afwisseling tussen het aanleren van nieuwe vaardigheden en het herhalen van aangeleerde vaardigheden. Zo blijven de aangeleerde vaardigheden functioneel en sluit de training goed aan op het niveau van het kind;
• We bieden de noodzakelijke ondersteuning en zorgen voor een goede afbouw van de ondersteuning (prompt en prompt fading).
Kleine stappen
DTT wordt gegeven in een gestructureerde één-op-één situatie. We leren het kind vaardigheden op verschillende gebieden, zoals spel, zelfredzaamheid, socialisatie en cognitie. De vaardigheden delen we steeds op in kleine stappen. Het aantrekken van een trui bestaat bijvoorbeeld uit:
1) je hoofd door het gat in de trui doen;
2) de trui draaien (voorkant voor);
3) de rechterarm door de rechtermouw doen;
4) de linkerarm door de linkermouw doen;
5) de trui naar beneden trekken.
Discrete trials
Het kind leert deze stappen één voor één uit te voeren. Hierbij gebruiken we discrete trials, oftewel korte oefeningen met een duidelijk begin en einde. We motiveren het kind met beloningen die aansluiten bij zijn of haar interesses. Dit kan iets leuks zijn om mee te spelen, iets kleins om te eten, of bijvoorbeeld het samen zingen van een liedje. Wanneer het kind een vaardigheid zelfstandig uit kan voeren, oefenen we deze in alledaagse situaties en met meerdere mensen. Het gaat er tenslotte om dat het kind de vaardigheden toepast, niet met een trainer, maar thuis.